Geel en oranje

 

Voorspel: E E6 A A6 E E6 E B7

           E              A               E
Ze was zo mooi, toen ze stapte door de straat:
                           Cism       Fism
een helgeel bloesje en een rokje van oranje.
           Gis            Gis7           Cism
Ze deed me denken aan een witte stad in Spanje.
          Fism           B7              E   A E
Ze was zo mooi toen ze stapte door de straat.

 

    E                                  A
Ze was een heel klein beetje zeventien,
        B7         E
ze had heupen die zongen.
Als ze wou kon ze verlegen zien
        A       B7        E     E7
en dat deed ze voor elke jongen.
    A                  E       Gis7
Ze was zo nieuw en ze keek zo fris
      
Fism   B7            E    E7
On the Sunny Side of the Street,
      
A                 E     B7
en je dacht als je niet beter wist:
    Fism    B7           E
die was er gisteren nog niet.

 

Want ze was zo mooi als ze stapte door de straat:

dat helgeel bloesje en dat rokje van oranje.

Het is erg spijtig, maar in zo’n geval dan kan je

niet zo mooi blijven in ’t publiek van onze straat.

 

Ze werd een heel klein beetje negentien,

ze heeft de schaduw leren kennen.

Ze kan nu niet meer verlegen zien,

z’ is er niet aan kunnen wennen.

Ze wenst de jongens naar de bliksem

en de liefde naar de maan.

De toekomst, puh, ze ziet er niks in,

liefst was ze niet meer op straat gegaan.

 

Toch was ze nog mooi als ze stapte door de straat,

de bloes was minder geel en de rok minder oranje.

Ze droomde soms nog van die witte stad in Spanje,

                                                     A E
maar toen de trein vertrok, was zij net iets te laat.