Petit Prince

Capo 2

   Dm               E              Am
er is geen mooi seizoen om in te sterven
    Dm          G                C
de lente is te lief en veel te groen
    Dm            G             C G   Am
de zomerpret mag je ook niet bede---rven
     Dm            E            Am     
door onverwacht je ogen toe te doen
     Dm              E               Am
het najaar met zijn geuren en zijn kleuren
    Dm              G             C
is hooguit wat geschikt voor de poëet
     Dm            G               C  G  Am
die zijn omgeving nog wat op wil fleu---ren
   Dm                E                    Am
omdat hij denkt dat hij het zoveel beter weet

   F                G              C
er is geen mooi seizoen om in te sterven
      Dm            E               A
geen hemel blauw genoeg om dood te gaan
       Dm            G            C G  Am
en al zeggen ze dat wij hun hemel e--rven
    Dm              E              Am
ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan

er is geen vaderland om voor te sterven
geen vaderland is mij een oorlog waard
ik wil postuum geen dwaze roem verwerven
als onbekend soldaat, zelfs niet te paard
ik wil ook voor dit Vlaanderen niet meer vechten
het eindigt steeds in twist en broedermoord
wij lusten elkaar rauw voor eigen rechten
want trouw is een al lang vergeten woord

er is geen vaderland om voor te sterven
geen land té mooi om er voor dood te gaan
en al zeggen ze dat wij hun hemel erven
ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan

er is geen ideaal om voor te sterven
elk ideaal wordt nu gemediatiseerd
want als je doden op je scherm ziet sterven
dat is dat ideaal gesubsidieerd
ze hebben altijd rampen in reserve
want ’t zal wel altijd ergens oorlog zijn
regens van vuur en heel de boel aan scherven
maar na regen zegt men komt toch zonneschijn

er is geen ideaal om voor te sterven
geen ideaal zó mooi om er voor dood te gaan
en al zeggen ze dat wij hun hemel erven
ik maak mijn hemel zelf in dit bestaan

misschien is er tóch wat om voor te leven
wie niet te veel verwacht zijn kans vergroot
als je het kind in je kan laten zweven
is er misschien tóch leven “voor” de dood
laat mij maar lopen door de groene grassen
ik was zó graag ’n kind en zó graag klein
mijn onschuld ben ik kwijt ‘k liet me verrassen
maar Le Petit Prince zou ‘k toch nog even willen zijn

er is altijd een kind om voor te leven
dat nóg verwonderd is, gelooft en hoopt
er is altijd een kind om voor te leven
en dat zijn ziel voor geen bord linzensoep verkoopt